Mark Verhoeven

De hengelopstelling..

Op het eerste gezicht lijkt de hengelopstelling bij het statisch doodazen veel op die van een karpervisser, maar er is één groot verschil. De karpervissers vissen meestal met een zelfhaaksysteem (vast lood) en bij het doodazen op snoek willen we juist dat de snoek niets voelt (schuivend lood) bij de aanbeet.

 

 

Met behulp van MK2 Pike Swingers kun je met een open beugel vissen. De snoek (of snoekbaars) pakt de aasvis op en zwemt weg. De Pike-Swinger hangt licht vastgeklikt aan de lijn recht onder de spoel. Door zijn gewicht houd deze de lijn lichtjes op spanning. Omdat je lood schuivend is en dus op de bodem blijft liggen, wordt de lijn uit de Pike-Swinger getrokken, waardoor deze naar beneden “swingt” en gelijk gaat ook de beetmelder af. Dit omdat de lijn vrijuit door de beetmelder loopt.

De snoek kan vrij wegzwemmen en voelt door de open beugel totaal geen weerstand. De snoekvisser pakt meteen de hengel op, draait de lijn strak totdat deze weerstand voelt en slaat aan. Hangen!

 

Zoals eerder aangegeven wil je dat de snoek geen weerstand voelt bij het oppakken van de aasvis. Zeker op veel beviste wateren laat de snoek bij weerstand zeer snel de aasvis los. Je wilt dus een schuivende loodmontage welke netjes op de bodem blijft liggen en waar de lijn met zo weinig mogelijk weerstand doorheen kan lopen.

Op stilstaande en/of kleinschalige wateren kan een wartelloodje van 30-50 gram voldoende zijn. Waar mogelijk vis ik zelf namelijk graag vrij licht. Stel dat de onderlijnmontage niet helemaal zoals je zou willen op de bodem komt te liggen, dan heb je toch wat minder kans dat de snoek los laat bij een klein beetje weerstand, dan bij een systeem met zware loodgewichten.

Een bijkomend voordeel van het gebruik van wartellood is natuurlijk dat je snel kan wisselen van gewicht mocht dat nodig zijn. De wartel waar je je wartellood aan vast klikt, kan ook mooi op de hengel blijven zitten, zodat je aan het begin van je visdag alleen je onderlijn en loodje vast hoeft te klikken. Een aasvis er aan en vissen maar. Einde visdag natuurlijk idem… ruimt lekker snel op.

 

Op grote en/of stromende wateren wil je en moet je zwaarder vissen om je aasvis op de door jou gekozen stek te laten blijven liggen. Wartellood van 100 tot 120 gram is dan meestal wel voldoende.

Op deze wateren zul je met een flinke voorslag van fluorocarbon of nylon aan de slag moeten. Neem minimaal 2x je hengellengte en minimaal 0,50mm dikte. Dit omdat je lijn vaak bijna horizontaal door het water loopt en snel kan beschadigen langs de stenen, mosselbanken of wat dan ook. Zeker als er wat stroming staat.

Ik vis zelf met een dyneema hoofdlijn op de molens, maar veel doodaasvissers vissen liever met nylon omdat dit veel slijtvaster is. Het directe contact (en zeker op grotere afstand) beter de haak kunnen zetten maakt dat mijn persoonlijke voorkeur naar dyneema uit gaat. 

 

Omdat je met een takeltje vist (2 dreggen), kun je vrijwel meteen aanslaan en los je zelden een snoek. Sowieso los je er natuurlijk liever eentje dan dat er eentje te diep gehaakt zit. Kies takeltjes met vrij kleine dreggen. Deze pakken veel en veel beter vlees dan de grotere dreggen. Je kunt kant en klare takels kopen, maar als je ze zelf maakt heb je natuurlijk het voordeel dat je bijvoorbeeld de lengte geheel naar eigen voorkeur aan kunt passen.

 

Voor wat betreft de aasvissen gaat mijn voorkeur bij het statisch doodazen naar de (meestal vrij vette) zeevissen. Ik bestel ze bij www.doodaasbestellen.nl en houd ze de hele visdag lekker koel en vers in een deadbait bag.

 

  

Er is een duidelijke voorkeur voor bepaalde aasvissen op een bepaald water. Op de randmeren bijvoorbeeld blijken makrelen, horsmakrelen en haringen het eigenlijk altijd wel te doen.  Op stilstaande plassen heb ik meer succes met sardines. Op rivieren en rivierplassen doet een flinke spiering het eigenlijk altijd wel goed en snoekbaars is er natuurlijk ook niet vies van..

De aasvissen kunnen in hun geheel of in delen gebruikt worden. Probeer ook eens wat anders en bied je aasvis net wat zwevend boven de bodem aan. Net wat anders vissen dan het gros van de vissers kan wel eens het verschil maken. Door middel van de houten deadbait sticks kun je de aasvis prachtig mooi aanbieden. Natuurlijk is de aasvis in begroeid water zo ook beter te vinden voor de snoek als deze niet in de planten weg zakt.

 

Naast bovengenoemde mag natuurlijk ook een goed schepnet en een onthaakmat niet ontbreken en vergeet ook een grote onthaak en kniptang niet.

Een goede stoel maakt de uitrusting compleet. Geduld is een goede zaak, want uren maken = BUFFELS haken!

 

Zie ze te vangen die dikke BUFFELS!  En wie weet tot aan de waterkant….

Mark Verhoeven